Therapie is als thuiskomen
Verwonding die ontstaan is in contact kan alleen in contact geheeld worden.
In je ontwikkeling tot volwassene is het regelmatig nodig geweest om je aan te passen aan je omgeving, waarbij je bepaalde gevoelens en impulsen hebt moeten onderdrukken. Dit brengt spanning met zich mee, spanning die vaak nog in het lijf aanwezig is en die kan zorgen voor lichamelijke of psychische klachten.
In de therapie maken we daar contact mee, waarbij we eventuele weerstand serieus nemen; die heeft je namelijk altijd iets te vertellen over je geschiedenis; waarom jij geworden bent wie je bent. Maar net zo goed hebben we oog voor dat wat fijn is, ook dat heeft je veel te vertellen over jezelf.
Op zoek gaan naar dat wat pijn doet, roept in eerste instantie altijd weerstand op, ook al verlang je ernaar om te veranderen. Nieuwsgierigheid kan je helpen er toch contact mee te maken, en te kijken wat de pijn je wil vertellen.
Een belangrijke basis voor mijn manier van werken vind ik in NARM. Dit is een vorm van traumatherapie die zich richt op het helen van relationeel-, hechtings- en complex ontwikkelingstrauma (C-PTSS).
Aangeleerde overlevingspatronen bemoeilijken het contact met onszelf en anderen, terwijl we zo naar verbinding verlangen. Bovendien vervormen ze de werkelijkheid zoals we die in het hier en nu ervaren.
Door vooral met dit hier-en-nu te werken, en ‘somatic mindfulness’ te gebruiken, krijgen we meer en meer contact met onze levenskracht, en wordt ons vermogen tot zelfregulering vergroot. Zo creëren we de ruimte om aanwezig te zijn bij onszelf en bij anderen, hoe de omstandigheden ook zijn.